Koning Willem-Alexander bracht onlangs een niet aangekondigd werkbezoek aan Heerlen om met eigen ogen te zien wat in probleemwijk Heerlen-Noord gaande is. Wat volgde is wat je ook vaak ziet op Koningsdag.
Bijna iedereen raakt bevangen door de kennelijke magie van de vorst die zijn onderdanen een hart onder de riem komt steken. Mensen willen handen schudden en een selfie met de koning maken en de gemeente grijpt het aan voor extra berichtgeving naar de burgers. Regionale media pakten groot uit. Ook landelijke media besteedden er aandacht aan. Het wachten is nog op Lucky TV.
Maar zonder gekheid: het is wel de wereld op zijn kop. Vijftig jaar na de mijnsluitingen is er nog steeds een groot sociaaleconomisch probleem in de Oostelijke Mijnstreek, tegenwoordig Parkstad geheten. Een groene regio nadat de bovengrondse sporen van het zwarte mijnbedrijf grondig zijn uitgewist. Veel mensen bleven verweesd achter en dat gevoel van misère is doorgegeven aan volgende generaties. Het is al vaak geconstateerd maar het ontbrak blijkbaar aan voldoende urgentie om het echt aan te pakken.
Dat een overheid zoiets laat gebeuren is een blamage waarvoor excuses en schaamte op zijn plaats zijn. En dat uitgerekend een paar dagen eerder autofabriek Nedcar in Born, ooit bedoeld om werkloze mijnwerkers aan de slag te krijgen, voorgoed de poorten sloot zal wel ongelukkig toeval zijn. Hiervoor had het Koninklijk Huis nauwelijks belangstelling zo was te lezen in De Limburger. De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) liet desgevraagd weten: ‘De koning en andere leden van het Koninklijk Huis hebben in het verleden middels bezoeken aandacht besteed aan het werk van – en de werkgelegenheid bij – VDL. De koning zal nu geen verdere reactie geven.
Armand Leenaers